Catalogica

 

Locatie Antwerpen, Berchem, België

Type Publiek

Opdrachtgever Vlaams Architectuurinstituut VAI

Stabiliteit VK Engineering

Technieken VK Engineering

Energie en duurzaamheid VK Engineering

Circulair advies Rotor

Restauratie Callebaut Architecten

Interieur Onbetaalbaar

Datum 2021

Status Wedstrijd

 

conceptschets Saar Meganck

 

detailmaquette

 

affiche VAI

 

OPEN OPROEP OO411 VAI: HERBESTEMMING VAN DE SINT-HUBERTUSKERK IN ANTWERPEN-BERCHEM TOT HET ARCHIEF EN KANTOREN VOOR HET VAI (VLAAMS ARCHITECTUURINSTITUUT)

HET HERDENKEN VAN BETEKENISSEN

Het delicaat herschrijven van betekenissen met respect voor het verleden en met het oog op de toekomst. Dit aandachtig omgaan met betekenissen uit het verleden en in de toekomst tekent zich af in de sociale duurzaamheid van het project. Het creëren van een open huis kan pas wanneer het gebouw aanleiding geeft tot sociale interactie, mentale en fysieke toegankelijkheid, identificatie en betrokkenheid. Voor gebouwen met een erfgoedwaarde moeten we rekening houden met de historisch maatschappelijke waarde en uitdrukking van het goed, de toekomstige rol die het goed speelt in identiteitsvorming, het beleven van de omgeving en het sociaal bewustzijn. Het bestaan tot elkaar en niet tot zichzelf.

BENADERING

De Sint-Hubertuskerk splijt als een rotsvast baken de straat die uitgeeft op de voorgevel in twee. Een kerk wijkt niet, de mens moet wijken. Qua sacrale benadering kan dit tellen. Het voorplein vormt het plateau waarop de voorbijganger de bovenmenselijke schaal van de kerk in al zijn glorie ervaart. Het mag duidelijk zijn dat het geen evidentie is om met deze tegenstelling in de publieke ruimte om te gaan. We zien deze onhandigheid weerspiegeld in de huidige inrichting van het voorplein, het geheel weet geen houding te geven aan de verbindende plek tussen het kerkgebouw en het stedelijke tapijt. Nu een nieuwe functie bezitneemt van het kerkgebouw is het noodzakelijk om deze scharnierplek opnieuw in te richten en de menselijke bewegingen van en naar het gebouw te hertekenen. In de eerste plaats gaan we hiervoor de toegang voor de bezoekers los trekken van de grote inkompoort. De benadering van het gebouw zwenkt naar rechts aan de zijkant van de toren. Daar spant zich een groendakluifel op tussen het kerkgebouw en de wachtgevel van de buren.

CESUUR

We voegen enkel een luifel en geen volume toe aan de ingang op de zijkant. Het kerkgebouw staat momenteel immers tussen twee markante wachtgevels. De cesuur die aan beide zijden ontstaat in de cadans van de bebouwing is zo bijzonder waardevol. De opening laat de wachtgevels volwaardig dienen als een canvas voor de vlaggenmasten die we als kunstintegratie binnenbrengen. Wisselende signaalelementen die telkens anders uitdrukking kunnen geven aan een sfeer, een boodschap, een moment, een reactie… zowel van het VAI als van de buurt. Hoe mooi is de spanning van een leegte, iets dat wacht en waar gedachten kunnen tussen wapperen.

SPITS

De toren van de kerk vormt een beeldbepalend element binnen het stedelijk landschap van de wijk. De afbraak van de ijle torenspits tijdens de tweede wereldoorlog heeft deze symbolische eenheidsarchitectuur echter verbroken. We stellen voor om een echo van de torenspits op te roepen door toevoeging van een houten vakwerkstructuur die dienst kan doen als vogelnestplaats, ten voordele van de natuur in de stad.

SYNAPS

Door het verleggen van de voetgangersingang verandert de betekenis van de grote toegangsdeuren centraal in de pleingevel. Deze deuren worden open gezet en gaan zich nooit meer sluiten. Dit is de meest fundamentele beweging die de betekenis uitdraagt van een ‘open huis’. Een nieuw schrijnwerkmembraan recht zich uit in deze opening. Deze openheid slaat een bres in de gevoelsmatige afstandelijkheid van de voorgevel.

Deze synaps krijgt zijn kracht enkel door betekenisvolle plekken aan beide zijden en hun interactie. Aan de buitenzijde ligt het voorplein en aan de binnenzijde de orgelkamer als centrale open ruimte. De zo ontstane tweelobbige lemniscaatruimte knoopt als het ware het gebouw in betekenis en gebruik vast in de buurt.

LEMNISCAAT

De buitenruimte van de lemniscaat, het voorplein, willen we sterk ontharden en als volwaardige groene ruimte plaatsen aan ontmoeting en speelverkeer. Een luifel op deze plek vormt een zone van bescherming voor fietsen van omwonenden en tafels bij een buurtfeest. Het geheel wordt dooraderd door een wadi en infiltratielijnen.

De binnenruimte van de lemniscaat is de open ruimte die van vloer tot dak klimt in de eerste twee traveeën van het gebouw. Deze vereiste voor de werking van het orgel zetten we graag om in een sterkte. Deze open ruimte ligt meteen bij het binnenkomen en ontplooit zich als een theater waar alle bedrijvigheid en functies zich tonen. Op het gelijkvloers passen we hier de tentoonstellingsruimte naast de commerciële uitbating in en opklimmend vinden we werkruimtes van het VAI, de leeszaal, het depot… . Het is bijzonder belangrijk dat het symbolische ‘hart’ in het plan zeer bewust schuift tegen de deur naar de wereld.

VERHEFFEN EN RAKEN

Centraal in de orgelkamer en in het koor staan in het ontwerp twee traptorens als geometrische volumes. Ook deze ingreep draait oorspronkelijke betekenissen om. Daar waar de oorspronkelijke kerkbezoeker werd gevraagd om te knielen, gaan we letterlijk ‘verheffen’. Deze circulatie ontsluit de verschillende lagen en brengt de bezoeker telkens in een nieuw dicht contact met de bestaande schil. Deze beleving eindigt als ‘toppunt’ op het gewelventerras net onder de plafondgewelven. Daar waar de neogotiek de ruimte zoveel mogelijk in de hoogte trekt om het plafond als ‘hemel’ onaanraakbaar te maken voor de mens, strekt zich nu een bereikbaar gewelventerras bovenaan uit in dichte relatie tot het prachtige plooi- en vouwwerk van dit kerkplafond.

OMSLOTEN TUINEN

De kerk staat ingenesteld en deels verkleefd in het gebouwde weefsel van de stad. Dit ‘raken en vloeien’ tegen elkaar willen we niet ‘proper’ opkuisen. We zien om uiteenlopende redenen een grote waarde in deze ‘rafelkant’ en willen ook wegblijven van het losknippen, verzelfstandigen en ‘etaleren’ van de kerk ten opzichte van de omliggende bebouwing.

Dit neemt niet weg dat Hubert gaan omringen met weelderig groen. Alleen zal deze tuin zich op verschillende niveaus openplooien, als een cascadetuin en geen continu publiek domein zijn. Onze cascadetuin bestaat uit een verrijkende afwisseling tussen uitbundig zichtgroen (groendaken) en omsloten binnentuinen die soms collectief of soms enkel privaat bereikbaar zijn. Als kralen met elk een eigen karakter zitten ze rondom de kerk. Vanuit de binnenruimte snijden we af en toe een heel bewust uitzicht uit naar een specifieke tuin.

 
 

ONBETAALBAAR

 
Vorige
Vorige

Duinenkrans

Volgende
Volgende

Het Gravensteen