‘Waarom het plan voor het Gravensteen fantastisch is’

Beeld nanopixel voor TV Murmuur - Dhooge & Meganck Architectuur en Sabine Okkerse restauratie

16.02.2021

De Standaard, 16 februari 2021

‘Nu iedereen zijn mening geventileerd heeft over het Gravensteen, is het misschien een idee eens te kijken wat de architecten eigenlijk van plan waren. 'Elke beslissing is genomen in functie van een minimale impact op het monument.'

(Geert Sels, De Standaard)

Waarom het plan voor het Gravensteen fantastisch is

De herinrichting van het Gravensteen bezondigt zich aan disney­ ficatie, menen actievoerders. Vormelijk kenmerkt een disneyficatie zich door schallende muziek, schreeuwerige kleuren en doorzichtige make-believe. Wanden van grotten, sprookjeskastelen of historische panden zijn om ter nepst. Wie aan de binnenkant gaat kijken, ziet ijzeren frames die de boel stutten. Een baksteenmuurtje ziet er zoveel attractiever uit met een hel bespoten polyesterplaat ervoor. Wie maalt erom? Het gaat in Disneyland toch om de illusie? Is dat de weg die we straks met het Gravensteen opgaan? Misschien moeten we het eens aan de architecten vragen. Het gaat om een tijdelijke samenwerking tussen Murmuur, Dhooge & - Meganck en Sabine Okkerse. Die bureaus gingen al aan de slag met historische gebouwen. Dat doen ze omdat ze er een hart voor hebben en ze met zorg willen koesteren. Het zijn redelijk jonge bureaus die de duurzaamheidsgedachte - genegen zijn. Ze verlenen een gebouw een basiskarkas opdat - komende generaties het opnieuw kunnen innemen. Of ze zorgen dat hun ingrepen reversibel zijn: ze kunnen in de toekomst weer ongedaan gemaakt worden. Nee, we hadden hen er niet meteen van verdacht om vlak naast de ingang een suikerspinnerij op te trekken.

Meest terughoudende voorstel

Het plan voor het Gravensteen is de uitkomst van een Open Oproep van de Vlaamse Bouwmeester. Bij de vijf finalisten waren er die zich met zekere bravoure op de site positioneerden. Andere bureaus stelden voor om een constructie aan te brengen op het binnenplein. Daarmee zouden ze sterk op het historische beeld ingegrepen hebben. Dus: Disney? De jury heeft net voor het meest terughoudende voorstel gekozen. Ze apprecieerde 'de punctuele ingrepen' en 'de respectvolle houding naar het monument, zonder in te boeten aan organisatorische en scenografische slagkracht'.

De Gentse Stadsbouwmeester Peter Van den Abeele wijst op de moeilijkheid om de erfgoedwaarde te verzoenen met de publieke opinie. 'Het voorstel waar we voor kozen, probeert zo weinig mogelijk te interveniëren. Elke beslissing is in functie van een minimale impact op het monument. De architecten hebben een delicaat evenwicht bereikt. De publieke opinie heeft misschien meer oog voor het beeld van buitenaf. Maar deze architecten hebben begrepen dat je voor een liftkoker binnen enkele plafonds moet doorboren, zodat de erfgoedwaarde onherroepelijk verloren is.'

Het is geen sinecure om een veeleisend programma voor hedendaags comfort te realiseren in een historisch monument. Op hun website sommen Dhooge & Meganck op met wie ze daarvoor allemaal in overleg moeten. Dat zijn al snel een stuk of twintig instanties, van de dienst stedenbouw, de groendienst en de klimaatdienst, tot Historische Huizen, Toerisme Vlaanderen, De Lijn, Fluvius, de brandweer, de dienst toegankelijkheid en monumentenzorg. En -uiteraard het Agentschap Onroerend Erfgoed.

Onder het waakzaam oog van het Agentschap was de optie om via een ondergrondse tunnel te werken al snel van de baan. Elk gewoel in een ondergrond die bulkt van de archeologische artefacten was uit den boze. Het basisidee om het monument te vrijwaren en zo veel mogelijk buiten de ommuring te werken, was het Agentschap wel genegen. Maar het bleef zo kritisch toekijken dat het extern paviljoen sinds het eerste ontwerp zowat gehalveerd is in oppervlakte. Als de actievoerders beweren dat het park erbij inschiet, moeten ze dringend de jongste versie bekijken: het paviljoen beslaat welgeteld 13 procent van het park.

'Van het paviljoen hebben we zo'n 200 versies gemaakt', zegt Saar Meganck. 'Eerst was het Y-vormig, daarna hebben we het oppervlak kunnen verkleinen door er een veelhoek van te maken. We hebben het op tal van posities uitgeprobeerd. Hetzelfde voor de externe liftkoker. Daar hebben we een zevental versies van gemaakt. Telkens was het idee zo weinig mogelijk breekwerk te doen en daar zo veel mogelijk plekken mee te ontsluiten. We bereiken nu met één ingreep de ridderzaal, de wapenzaal en het dak van de donjon. We voeren de koker bewust niet in glas uit. Glas reflecteert heel hard, en is net zeer aanwezig in plaats van transparant.'

Vochtige burcht

In tegenstelling tot andere voorstellen verspreiden de architecten hun ingrepen niet over het hele Gravensteen, maar concentreren ze die. 'We hebben de nieuwe hoogspanningscabine niet binnen gezet, want om nieuwe kabels te trekken, verstoor je de archeologische ondergrond. De cabine zit dus mee in het paviljoen. Daar brengen we verder een lift, een trap, een shop en de ontvangstruimte in onder. En een polyvalente werkruimte die je kunt verwarmen. Zo kan het -Gravensteen de vochtige, tochtige burchtruimte blijven die het historisch hoort te zijn. In ons historisch onderzoek zijn we op zoek gegaan naar de ideale plek om een opening te maken in de walmuur. Zo zijn we er zeker van dat we in twintigste-eeuwse toevoegingen kappen en niet in middeleeuwse.'

 
Vorige
Vorige

‘The Social Life of a Mid-Size European City’

Volgende
Volgende

‘Simplification, uncertainty, modesty and imperfection’