Het Huis van de Stilte
Locatie Lampernisse, België
Programma Eerste columbariumkerk van Vlaanderen
Type Publieke opdracht na wedstrijd
Opdrachtgever De Stad Diksmuide en Lampernisse
Structuur Util
Technieken Denc-Studio
Datum 2016-2020
Status Voltooid
Publicatie
A+ Adaptive Reuse
bestaande ramen kregen een nieuw leven en geven nieuwe doorzichten (foto Annabelle Stampaert)
concept urnenboom (David Dhooge) (links) - sommige ‘bomen’ zijn zitelementen (foto Annabelle Stampaert) (rechts)
HERBESTEMMING VAN DE HEILIGE KRUISVERHEFFINGSKERK VAN LAMPERNISSE TOT COLUMBARIUMKERK, MULTIFUNCTIONELE GEMEENSCHAPSRUMTE, BEGRAAFPLAATS EN -TUIN
PROGRAMMA
De stad Diksmuide en Lampernisse nodigden ons uit voor een architectuurwedstrijd om een aantal verbouwingen in en rond de Kruisverheffingskerk in Lampernisse te ontwerpen: een nieuw columbarium met de nodige rustplaatsen in de kerk, een polyvalente zaal voor intieme plechtigheden en tijdelijke tentoonstellingen, de nodige voorzieningen (keuken, sanitair, technische ruimte, enz.), en de inrichting van de directe omgeving van de kerk: een landschappelijke rustplaats, een urnentuin en aanpassing van het bestaande kerkhof. De kerk wordt, zoals de meeste andere, nauwelijks meer gebruikt voor plaatselijke erediensten. De werking ervan is eerder bovenlokaal, aangezien bijvoorbeeld huwelijken worden voltrokken door mensen van buitenaf, die zo worden aangetrokken door de kracht en de landschappelijke waarde van de plaats.
Ons ontwerpvoorstel werd als beste weerhouden en is nu uitgevoerd als eerste columbariumkerk in Vlaanderen.
'ATMOSFEER’
In de bestaande kerk en tuin worden op verschillende manieren ingrepen gedaan om tot een harmonieus en flexibel geheel te komen. Er wordt veel belang gehecht aan de passende sfeer die bij elk programmaonderdeel hoort. De belevingswaarde van elke ruimte, akoestiek, tactiliteit, rust en sereniteit staan voorop. Associatief wordt gekeken naar de abdij van Le Thoronet in Frankrijk, een plek waar in de loop der tijd op subtiele wijze ingrepen zijn gedaan door hedendaagse architecten (John Pawson en Alvaro Siza). In het bestek wordt voorgesteld een deel van de kerk af te sluiten voor enerzijds het columbarium en anderzijds een intieme ceremonieruimte. Dit splitst de kerk letterlijk in tweeën, waardoor de ruimtelijke integriteit deels verloren gaat. Er rijzen ook vragen over akoestiek, intimiteit, bouwfysische problemen, duurzaamheidsaspecten, onderhoud, enz. Het voorstel van Dhooge & Meganck is zeer helder en behoudt het ruimtelijke geheel van de kerk. Door de introductie van een nieuw volume (het Huis van de stilte) wordt de bestaande kerk een volledig overdekte buitenruimte, en niet gedeeltelijk zoals voorzien in het bestek, zodat uitdrukkelijk verschillende 'sferen' verkregen worden.
‘IN A SMALL ROOM ONE DOES NOT SAY ONE WOULD DO IN A LARGE ROOM' (LOUIS KAHN)
Lampernisse staat tot ver over de grenzen bekend om de fysieke stilte die kenmerkend is voor de plaats. Toeristen komen van heinde en verre op bedevaart naar Lampernisse om de stilte te proeven. Het ontwerp van Dhooge & Meganck versterkt de bijzonderheid van de plek en van Lampernisse zelf door het meest karakteristieke kenmerk als uitgangspunt voor het ontwerp te nemen: de stilte, genius loci (geest van de plek).
HET HUIS VAN DE STILTE
Het uitgangspunt roept meteen een pertinente vraag op: hoe kunnen we stilte en intimiteit in de (zaal)kerk brengen? De bestaande ruimte is immers te enorm, te immens om (akoestische) intimiteit te bieden. Ten tweede rijst de vraag hoe we duurzaam omgaan met dergelijk waardevol erfgoed in het kader van een reconversie? Het voorstel is tweeledig: de kerk zelf wordt een buitenruimte, in directe relatie met de omringende tuin en de introductie van een nieuw volume. Dit huis van de stilte is een zeer intieme ruimte waarvan de geperforeerde schil de relatie met de kerk gefilterd en intact laat. Afstand nemen om mindful te zijn. Het nieuwe volume is duidelijk afgebakend, structureel duurzaam (constructie en onderhoud), is perfect geïsoleerd en heeft een sterke akoestische prestatie. Dat maakt het ook geschikt voor andere doeleinden (intieme afscheidsceremonie, lezingen, kleine optredens, enz.)
De ruimte buiten (de kerk) wordt een plek met een semi-buitenklimaat. Door chirurgische openingen in de zijgevel wordt een directere relatie met de omliggende tuin verkregen vanuit de bestaande zaalkerk. Er rijzen ook vragen rond akoestiek, intimiteit, bouwfysische problemen, duurzaamheidsaspecten, onderhoud, enz. Ons voorstel is zeer duidelijk en behoudt het ruimtelijk geheel van de kerk. Door de introductie van een nieuw volume (het huis van de stilte) wordt de bestaande kerk een volledig overdekte buitenruimte, en niet gedeeltelijk zoals voorzien in het bestek, zodat uitdrukkelijk verschillende 'sferen' worden verkregen.
HET COLUMBARIUM: ‘WAAR BOMEN MENSEN DRAGEN’
De kerk wordt een volwaardige urnenkerk (columbarium), waarvan in het buitenland al vele voorbeelden zijn gerealiseerd. Columbaria zijn vaak sombere, gesloten plaatsen waar het onaangenaam toeven is, als steriele bankkluizen waarin weinig ruimte is.
Het columbarium is op maat gemaakt voor de mensheid. Om de integriteit van de kerk en het gebruik van "het huis van de stilte" te waarborgen, wordt een object ontworpen dat op een rooster wordt geplaatst en in de kerk wordt verspreid. Een houten zuil, opgebouwd uit een stapeling van een driedimensionaal kruisvormig element, is de drager van urnen. Deze zuilen verwijzen naar het omringende landschap waarin dezelfde repetitieve, verticale opeenvolging van bomen wordt herkend. De benadering van het columbarium is vooral landschappelijk, als een ruimtelijk geheel waarin de bezoeker vrij kan wandelen. Op regelmatige afstanden is er plaats voor een eenvoudige sofa in dezelfde materialiteit (vgl. John Pawson in Abbey du Thoronet). Het columbarium is dus een wandeling tussen bomen die van nature rond de kerk voorkomen. Een opeenvolging van houten zuilen.
BOMEN ALS KOLOMMEN, KOLOMMEN ALS BOMEN
Het masterplan voorziet in een sterke verbinding van de bestaande, gesloten kerk met de omliggende tuin door middel van een aantal nieuwe openingen in de zijgevel die verwijzen naar de typische architectonische detaillering die kenmerkend is voor de kerk. Hierdoor wordt de wandeling binnen-buiten voortdurend versterkt en loopt het landschap door de kerk heen. In de hele tuin zijn nieuwe paden getrokken, als losse, informele lijnen door een natuurlijke landschapstuin. Op strategische plekken is ruimte voor kunst, waardoor de tuin een bovenlokaal en tamelijk seculier karakter krijgt. Naast deze beeldentuin komt er een strooiveld en een urnenveld. Dit laatste is een abstractie van het stiltehuis in de kerk, geplaatst tussen de bomen. De assen en symmetrie van de bestaande kerk worden buiten in de tuin beantwoord. Zo is het verhaal compleet: de bomen buiten zijn de houten/stenen zuilen binnen, waartussen de stilte heerst.
Een plek voor intimiteit, bezinning en sereniteit.