Novus Portus

 

Locatie Nieuwpoort, België

Type Wedstrijd

Opdrachtgever De Stad Nieuwpoort

Team Novus Portus: Dhooge & Meganck Architectuur - Robbrecht & Daem Architects - Callebaut restauration

Structuur Servais Engineering Architectural

Technieken Tech3

Energie EA+

Akoustiek expert Bureau De Fonseca

Landschap Seghers Landschaparchitecten

Datum 2019

Status Gestopt door de klant na de wedstrijd
(geen winnaar aangeduid)

Lakenhallen ‘s Hertogenbosch, anoniem, 1530

conceptschets enfilade

interieur met zicht op de kerktoren

zicht vanop de grote markt

VERBOUWING VAN DE VOORMALIGE LAKENHALLEN (UNESCO-ERFGOED) TOT EEN NIEUW HUIS VOOR DE GEMEENSCHAP (STADSKANTOREN)

Genius Loci

Het terrein wordt gekenmerkt door 4 karakteristieke gebouwen; Het Stadhuis, de Pastorie, de Stadshalle en de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Het plaatsen van een extra gebouwd object op dit terrein moet zorgvuldig overwogen worden zodat een inspirerende meerwaarde kan ontstaan, zodat boeiende 'gesprekken' kunnen worden aangegaan met alle omliggende elementen. Tot die elementen rekenen we ook de open ruimte. In feite is het belang van die open ruimte essentieel in deze nieuwe binnenstedelijke dialoog.

Het uitgangspunt voor het huidige ontwerp is niet zozeer 'welke open ruimte willen we bebouwen', maar eerder: 'welke open ruimte willen we behouden? , de bezoeker en de passant. Deze 'beleving' staat centraal in dit ontwerp, zowel in de organisatie van het werkproces (deel 1), de ruimtelijke schil (deel 2) als de ruimtelijke invulling (deel 3). Op elke schaal en in elke laag moeten mensen ondersteund en verwonderd worden door de nieuwe compositie tussen oud en nieuw.

Een dakenlanschap

De opdracht ligt binnen een zeer gevoelige locatie die tegelijkertijd ongelooflijk veel elementen biedt om mee aan de slag te gaan. De Stadshalle en het stadhuis zijn twee karakteristieke aanwezigheden. Het voltooien van de compositie die aandacht besteedt aan een nieuw stedelijk artefact zonder deze gebouwen te overheersen vereist een sterk overwogen plaatsing, volume en geveluitwerking.

Om deze compositie te versterken gaan we uit van een zeer karakteristieke, tektonische tekening die we in het centrum van Nieuwpoort aantreffen; het ritmische daklandschap. Het unieke dakpatroon van alle gebouwen in het centrum is bijzonder in de centraal gelegen monumenten; de Stadshalle, het stadhuis, de Onze-Lieve-Vrouwekerk en de pastorie. De daken hebben door hun omvang, ritme en vorm een prachtig lijnenspel van nokken, daken en torens. Deze volumetrische tekening grijpt bijna terug op de oude marktopstelling voor lakenverkoop, zoals te zien is op het schilderij "Lakenmarkt in 's Hertogenbosch" (anoniem, 1530). Deze lijnen uit de omringende bebouwing en het verleden echoënd, hebben we een slanke compositie opgezet van zadeldaken die met het terrein mee schuiven en aan het eind zelfs iets overhellen.

Vanaf de Markt gezien ervaart de voorbijganger zo een cadans van drie loodrecht op zijn zichtas staande zadeldaken, die zich tot aan het plein duidelijk tonen en onderscheiden. Het nieuwe gebouw is als het ware een eigentijdse interpretatie en een voortzetting van de spits toelopende nissen aan de noordgevel van de Stadshalle. Voor elke puntgevel wordt een verbreding van het voetpad gecreëerd, begrensd door de gevelplooi. Deze antichambres zorgen ervoor dat de straat niet wordt 'ingehaald' door een nieuw volume.

Vanaf de Willem de Roolaan toont het gebouw zowel een statige kopgevel als de opeenvolgende ordening van de volumes. De herhaling van de puntgevels sluit aan bij de spitse torens en de puntdakuitbouwen van de buurhuizen. De indeling maakt de openbare ruimte aan de Sint Sebastiaanstraat ruimtelijk af en behoudt een open ademruimte naar de particuliere woningen aan de Willem de Roolaan. Het zicht op de tuin en de zuidgevel van de Stadhal is gewaarborgd.

In de openbare tuin ontstaat een eerste grote groene buitenkamer, die geflankeerd wordt door de oude en nieuwe gevels als prachtige taferelen in dialoog met elkaar. Door de uitbreiding van de nieuwbouw ontstaat ook een tweede, intiemere personeelstuin in de oksel van het Alma Plaza. Een derde, hellende tuin wordt gevormd door de toegang tot de ondergrondse (fiets)parkeergarage. In plaats van een utilitaire helling is gekozen voor een glooiende cascadetuin met zittreden, bomen en enkele kleurrijke bloemen- en struikvolumes. Deze reeks gevarieerde tuinen vormt tevens de buffer en filter tegenover de bestaande woningen van het blok.

De nieuwbouw is verbonden met de Stadshalle door een fijne verbindingsas als membraan tussen oud en nieuw. Hierbij stapt de bezoeker uit de Stadshalle om via dit oriëntatiemoment - zicht op de tuin, zuidgevel van de Stadshalle, Onze-Lievevrouweker en Sint Sebastiaanstraat - het nieuwe deel van het Stadskantoor te betreden. Niet alleen hier, maar in het hele ontwerp is bijzondere aandacht besteed aan het voortdurend toelaten en genereren van uitzicht en contact naar de andere gebouwen. Het nauwkeurig geplaatste ronde raam in het dak van het Alma Plaza met zicht op de toren van de Onze-Lieve-Vrouwekerk is hiervan een bijzonder voorbeeld. Dit visuele effect zorgt er immers voor dat alle gebouwen als één mooi samengesteld cluster op het terrein worden ervaren.

De expressie van de bestaande gebouwen in materialen, ornamenten, gevelcompositie en tonaliteiten vertellen van een rijk en turbulent verleden. Het gebouw heeft zijn recente geschiedenis van wederopbouw, maar heeft al de leeftijd van 100 jaar bereikt. Onze visie op de gevels is er een van acceptatie en respect voor de veranderingen die in de loop der tijd zijn aangebracht. Daarbij verdiepen we ons verder in de krachten die we lezen en vaststellen met deskundig onderzoek. De veroudering die zichtbaar is op de gevels drukt een charme en een kracht uit. Dit willen we behouden en niet restaureren. We zullen de waarden die we kenmerkend vinden voor de typische Nieuwpoortse stijl benadrukken. We denken aan de typische baksteen, het gebeitste houtwerk, de smeedijzeren details, de typische trapgevels en de eclectische toevoegingen die de Vlaamse stad een identiteit geven. Het is een gefaseerde afweging om de afwerking en eenheid van de gebouwen te versterken met aandacht voor het beschikbare budget.

De draden van de geschiedenis

We bouwen in de nieuwbouw verder met goed gekozen fijne 'draden' die we uit het verleden halen als inspiratie, maar zo verwerken dat de overschrijving naar een duidelijk nieuw hoofdstuk in het oog springt. De kopgevels openen zich volledig als een open kader van en naar het terrein. In de overgang naar de langere, meer gesloten gevels werken deze als een dubbel perspectief: open uitzicht en interactie wisselen af met gefocuste omkaderde ramen in een strak ritme. De gevels worden opgetrokken in een gevelsteen met een zachte bleke tint van de omringende typische Nieuwpoortse bakstenen, als een 'weiterbauen'. Het verwerkingspatroon en de voegen worden dan anders uitgevoerd: een eigentijds 'weven' van een bestaande 'draad'. In de gevels zijn ook koperen lijnen verwerkt als een zachte, ordenende krijtlijn die de verhouding vergroot en in de loop van de tijd in patina zal intensiveren tot de groene tint.

Het karakteristieke zadeldak plooit zich over het gebouw in satijnglans gebakken dakpannen in de tint van de gevelsteen. Deze subtiele voortzetting van de kleuren zorgt ervoor dat de nieuwe volumetrie in de gevels en het dak zachtjes zal variëren in zonlicht, reflectie en reliëf. Dit toon-op-toon geheel wordt aan de tuinzijde sprankelend en onverwacht onderbroken door een polychrome tegeltekening op dit dakvlak als kunstintegratie. Deze 'betekenis' van een gebouw is een bijzonder gebaar om de 'betekenis' ervan te bevestigen. Bovendien benadrukt deze ingreep nogmaals de tektonische resonantie van het nieuwe volume in het bestaande dakpatroon van de omgeving. In overleg met de opdrachtgever wordt dit graag besproken met kunstenaars uit de regio of naar wens.

In het gebouw is een herhaling zichtbaar van ossenbloedrode houten spanten, die de vloer en het dak in een doorlopende overspanning ondersteunen. Deze oppervlakken zijn samengesteld uit beton met aan de zichtzijde ingelegde gebakken zachte baksteenrode matte tegels met een open akoestische voeg. Het interieur combineert warme tinten en materialen in nieuwe patronen en ritmes als drager voor verdere interpretatie.

Vorige
Vorige

Het Gravensteen

Volgende
Volgende

De Plantenschuur