De Porre Gepord

 

Locatie Wijkpark De Porre, Peter Benoitlaan, Gentbrugge

Type Design & Build Wedstrijd , Publiek-Private opdracht

Programma gebiedsontwikkeling / gemengd - hoofdzakelijk residentieel

Opdrachtgever Matexi Projects nv en Matexi Oost-Vlaanderen nv (kandidaat private partner PPS met sogent / Stad Gent

Masterplanning Team Kampvuur: maatschap Dhooge & Meganck Architectuur en Denc-Studio

Architectuur Team Kampvuur: maatschap Dhooge & Meganck Architectuur en Denc-Studio

Landschap aAD Atelier Arne Deruyter

Erfgoedadvies Sabine Okkerse

Ontwikkeling Matexi Projects

Designthinking/Communicatie/Cocreatie Saskia Westerduin (Swad) en Adriaan Debruyne (Saflot)

Datum 2019-

Status Laureaat mededingingsprocedure met onderhandeling

Awards

BIS Architectuurprijs 2023 ‘levenslang wonen’

 

foto archief MIAT Gent

foto archief MIAT Gent

HERBESTEMMING VAN EEN OUDE TEXTIELSITE (WAARDEVOL INDUSTRIEEL ERFGOED) TOT DUURZAME WIJK MET LANDSCHAPSPARK

LAUREAAT!

In de wijk Moscou in Gentbrugge herontwikkelde sogent de voormalige spinnerij en weverij DE PORRE.
De buurt kreeg een wijkpark aan de Jules de Saint-Genoisstraat, een uitbreiding van De Sportschool en een nieuw Open Huis De Porre.
Sluitstuk van de transformatie is de realisatie van een nieuwe woonontwikkeling. Ter aanstelling van een private partner lanceerde sogent in 2017 een mededingingsprocedure met onderhandeling.
Het projectgebied omvat ondermeer een fabrieksloods met erfgoedwaarde alsook een oude brandweerkazerne.
Ons team kwam als laureaat uit de bus.

EEN VOORBEELDPROJECT VOOR DE STAD

Ons voorstel haalde de hoogste score op alle gunningscriteria, Architectuur en Stedenbouw, Duurzaamheid en Plan van Aanpak. Daarmee werd het per direct een voorbeeldproject voor de Stad Gent.

GESCHIEDENIS

In 1907 richtte Ernest De Porre een katoenweverij op in Gentbrugge; tussen de Jules de Saint Genoisstraat en de Peter Benoitlaan. Zo'n 20 jaar later volgde de spinnerij. De fabriek kende een eerste hoogtepunt in 1937, toen er 476 personen werkzaam waren.

De Porre was vooral gekend voor de kwaliteit van haar flanellen lakens. In de jaren 1960 bereikte De Porre een nieuw hoogtepunt door de export naar 25 landen.

Na een periode van achteruitgang werd in oktober 1980 het faillissement uitgesproken. De Stad Gent kocht het fabriekscomplex in 1982. De gebouwen gaven ondermeer onderdak aan een seniorenclub, een jeugdhuis, de brandweer, het Rode Kruis, het MIAT, zelfs carnavalsverenigingen.

In 2008 en 2009 ging sogent over tot een opruim- en verhuisbeweging, waardoor de site terug grotendeels vrij kwam. Delen van de fabriek werden selectief gesloopt.


Aan de Jules de Saint-Genoisstraat werd een wijkpark (ontwerp Vandriessche Archtecten en buro voor vrije ruimte) van ruim 10’000m² gerealiseerd. De betonnen watertoren werd gerestaureerd, evenals de stoomturbine. De stoomturbine is een vrijstaand element geworden in het park, geplaatst onder een glazen bescherming.

Ook de uitbreiding van de basisschool de Sportschool (architectuur Nero) en de bouw van het nieuwe Open Huis De Porre (architectuur TV_111) maken deel uit van de reconversie gecoördineerd door sogent.


 

conceptschema allereerste ontwerpworkshop

 

hier komt een groot deel extra publieke ruimte

EXTRA PUBLIEKE GROENE RUIMTE ALS IDENTITEITSDRAGER

Het projectgebied is in zijn bestaande toestand (te) sterk verhard en hierdoor is de natuurwaarde ervan ook (te) beperkt.
We zijn dan ook niet vertrokken vanuit een analyse waar we wilden bouwen, maar vanuit een onderzoek waar we juist niet (meer) wilden bouwen.
We zijn gaan ontpitten, ontharden en verzachten.

Gezien de voormalige brandweerkazerne aan de Peter Benoitlaan, naar ontwerp van ir. Van De Vloet, geen erfgoedwaarde heeft en ook het beeldbepalend karakter ervan beperkt is, kiezen we ervoor het te slopen.

Het deel ten zuidwesten van het centraal erfgoedgebouw is nog de enige open ruimte met iet-of-wat vegetatie in volle grond.
We houden dit voor een belangrijk deel zo en kennen er een publiek statuut aan toe. In tegenstelling tot het sterk geprogrammeerde bestaande park, geven we de nieuwe publieke parkkamer een meer natuurlijke inrichting.
Waar het bestaande park inspeelt op de noden van de actieve bezoeker (sport en spel), vinden we in de nieuwe parkkamer eerder spelaanleidingen in het groen.

Met die complementaire inrichting diversifiëren we het aanbod.
Gezien de nieuwe publieke parkkamer een brug weet te slaan tussen de Jules de Saint-Genoisstraat en de Peter Benoitlaan, overstijgt de meerwaarde van het groen die van het projectgebied. Met uitzondering van toegankelijkheid voor de brandweerwagen, weert het ontwerp gemotoriseerd verkeer uit het binnengebied.
Het parkeren van de wagen gebeurt geclusterd ondergronds, met toegang dicht bij de Peter Benoitlaan.

Om de footprint van de kelder zo klein mogelijk te houden worden er 2 ondergrondse bouwlagen geconcipieerd.
De bewuste keuze om lokaal diep de grond in te gaan maakt het mogelijk op andere plaatsen een veerkrachtig groenontwerp te realiseren waarbij we maximaal profiteren van de ecosysteemdiensten.

We willen een buurt maken waar mensen lang kunnen blijven samenleven en elkaar écht ontmoeten.
Dit realiseren we door ons te richten op gemengde woonprofielen, door participatie en co-creatie, door aanpasbaarheid van het ontwerp, door een goede doorwaadbaarheid met voldoende verpozingsplekken en door de integratie van bedrijvigheid. Dit zal zorgen voor minder eenzaamheid, een sterkere verbondenheid en een hoger veiligheidsgevoel.


één park

framework oude muren

totaalconcept

weven van de site

MASTERPLAN

Het realiseren van een masterplan en het plaatsen van nieuwe gebouwen in relatie tot aanwezige elementen moet zorgvuldig afgewogen worden. Als extra gebouwde objecten op het veld moeten ze boeiende ‘gesprekken’ aangaan met de aanwezige volumes én de open ruimte opdat er door de inpassing van nieuwe volumes een inspirerende meerwaarde ontstaat.

Het belang van de open ruimte, ook als sociale drager, zien we hierin als cruciaal. We vertrekken dus niet van de analyse waar we gaan bouwen, maar van een onderzoek waar we zeker niet willen bouwen.

Het vrijhouden van open ruimte en het realiseren van publiek en privaat-(collectief) landschap is immers de eerste stap in de beleving van het geheel. Op elke schaal en in elke laag moet de mens gesteund én verwonderd worden door de nieuwe compositie tussen oud en nieuw.

Om buurt en wijken aan elkaar te weven, is het reeds aanwezige Wijkpark De Porre een dankbaar landschappelijk gegeven om mee verder te gaan. We vervolledigen de groene ruimte met intensievere groene kamers die zorgen voor een continuïteit van het park en een coherente identiteit van de site.

Het nieuw gebouwde komt voor ons hierna: architectuur tussen de draden van het landschap, als een motief in een breed geweven buurtweefsel. De natuur (een maximaal biodivers landschap), de reeds aanwezige rijke geschiedenis, de sterke buurtwerking, een groene mobiliteit en vooral de mensen zelf komen eerst. Daarna komt de architectuur als bijna vanzelf, ongedwongen, niet omdat ze minder belangrijk is, integendeel, ze is de actor op het veld die de mensen uiteindelijk een kwalitatieve woonplek moet geven, het achterliggende hoofddoel. Architectuur komt spontaan ten tonele als het stof van het geweven landschap is neergedaald.

Sprezzatura.

masterplan en axonometrie van de site

 
 
 

IDENTITEIT: ‘WHAT’S IN A NAME"?”

Pas na het vrijwaren van extra publieke en groene ruimte, werd de architectuur uitgewerkt.

De site is historisch gezien altijd een patchwork geweest van grote bakstenen volumes en dit is op vandaag eigenlijk nog zo.
We zijn er dan ook van overtuigd dat deze plek in zekere zin vraagt om krachtige gebouwen, met elk een eigen identiteit.
De footprint van de ontworpen gebouwen en verhardingen is kleiner dan de bestaande. Ruimtelijk rendement!

De aan de gebouwen gegeven namen, knipogen naar het industrieel verleden van de site.
Niet alleen zorgt een naam of identiteit ervoor dat mensen zich beter kunnen oriënteren. Duidelijke herkenningspunten maken dat mensen zich de plek beter kunnen toe-eigenen, wat de verblijfskwaliteit bevorder

 

Schets van de ‘Schietspoel’ (David Dhooge) tijdens de wedstrijd eerste fase (toen nog met brandweerweg). Door verfijning konden we vermijden dat de brandweer door het erfgoedgebouw moet rijden en konden we nog meer behouden van het erfgoedgebouw. Zo kan de Schietspoel een permanente levendige speelstraat zijn.

 

De Schietspoel (Erfgoedgebouw): een permanente, groene leef- en speelstraat

 

Schets van de ‘Bobijntjes’ (David Dhooge)

 

KLIMAATADAPTIEF

Prognoses geven aan dat in de komende jaren de gemiddelde temperaturen zullen stijgen, de droogteperiodes langer zullen worden en de hevige buien frequenter.
We reiken daarom een robuust klimaatadaptief ontwerp aan dat zich nù reeds wapent tegen deze veranderingen. Inspelend op het aanwezige reliëf wordt een forse blauwgroene structuur gecreëerd, zowel in het privaat collectieve deel als in het nieuw publieke parkdeel.
We voorzien in natuurlijke waterretentie en maken optimaal gebruik van de sponswerking van de bodem. In aanvulling op de goede infiltratiecapaciteit, creëren we door hoogteverschillen voldoende buffercapaciteit om hevige pieken te kunnen opvangen.

Schaduw is het nieuwe goud. Een robuuste groenstructuur vormt de contramal van de bebouwing. In tegenstelling tot het eerder open bestaande park, wordt in het nieuwe landschapsontwerp heel bewust gekozen om maximaal te vergroenen.

Het landschapsontwerp creëert overgangen van eerder dens en intens hoog opgaand groen naar open zones. We onderscheiden hoogstammige bomen, meerstammige bomen, bloeiende struiken en klimplanten, geurige vaste planten, waterplanten,…
Hitte- en droogteresistente planten zijn aangepast aan zowel het actueel klimaat als aan het microklimaatscenario.


De verschillende parkdelen en tuin krijgen schaduwrijke plekken en plaatsen om te schuilen.

 

REGENERATIEF

Na het sluiten van de fabrieksdeuren in 1980, werd het complex aangekocht door de Stad Gent.
De buurt kreeg een wijkpark aan de Jules de Saint-Genoisstraat, een uitbreiding van De Sportschool en een nieuw Open Huis De Porre. Het terrein en de gebouwen werden verder gebruikt door het Jeugdhuis, het MIAT, de dekenij, het Rode Kruis, carnavalsverenigingen, de brandweer en een seniorenclub.
De door sogent gecoördineerde herbestemming bracht animo en deed de buurt opleven.

Om de reeds opgebouwde levendigheid vast te houden en te stimuleren, introduceert ons projectvoorstel aanvullend aan het residentieel programma DE KNOOP: een broedplek met stedelijke dynamiek, met meerwaarde voor de lokale bewoners en bredere buurt.
DE KNOOP omvat vier ateliers en meet iets groter dan 1’000m²: niet te klein om van betekenis te kunnen zijn; niet te groot om overlast te vermijden.
Gezien locatiekeuze uitermate belangrijk is voor de levensvatbaarheid van DE KNOOP positioneren we deze op een goed zichtbare, vlot identificeerbare, toegankelijke en gastvrije plek, centraal gelegen, langs de fiets- en wandel-as, in het hart van de site.

 

referentie houtbouw Saint Mandé, Paris (Mars Architectes)

referentie PAKT Antwerpen (Ontwikkeling Groen Kwartier door Matexi Projects)

foto Santo

CIRCULAIR: SPECIFIEKE MAATREGELEN

BEHOUD

Het ontwerp behoudt en restaureert het bakstenen erfgoedvolume met aparte traptoren en doorgang, alsook de bestaande structuur van het oostelijk deel van het gebouw.

De open vloeren van de Schietspoel zijn flexibel invulbaar door de afwezigheid van dragende wanden.

De structuur wordt gekenmerkt door riante overspanningen en rijkelijke vrije hoogtes.

Door in de onderhandelingsfase in thematische vergaderingen in gesprek te zijn kunnen gaan met de brandweer, konden we in bafo fase een optimalisatie presenteren waar de brandweerwagen niet langer door het erfgoedgebouw diende te rijden.

Hierdoor dient veel minder te worden gesloopt. Deze optimalisatie is een schoolvoorbeeld van de eerste en belangrijkste stappen “Rethink (heroverwegen)” en “Redesign (herontwerpen) van de 10R ‘prioriteitsladder’ inzake circulair bouwen. Heel wat materiaal krijgt hier een nieuw leven, zonder downgrading.

HOUTBOUW

De nieuwe woningen zullen in de bestaande structuur inschuiven. Ze zijn opgevat als  omkeerbare, bio-ecologisch verantwoorde FSC houtbouwinvullingen. Deze zijn vormstabiel op zichzelf en dienen niet verankerd te worden aan de bestaande structuur. Er worden enkel droge verbindingen en droge afbouwmethodes gebruikt. De keuze voor houtbouw heeft een dubbele positieve impact op het klimaat. Enerzijds wordt de CO2-intensieve productie van staal en cement afgeroomd, anderzijds worden de nieuwe gebouwen een opslagvat van CO2 uit de atmosfeer.

Ter uitwerking van de modulaire houten gevels willen we een samenwerking aangaan met Mosard, een open source protocol voor modulair en circulair ontwerpen, bouwen en wonen.

COMPACT EN ROBUUST

Het nieuw bouwvolume de Zelfkant, maakt dankbaar gebruik van de haar ter beschikking gestelde bouwhoogte ten voordele van meer groen. We weten typologieën slim te schakelen en stapelen ten dienste ruimtelijk rendement.

De nieuwe footprint van gebouwen en verhardingen is kleiner dan de bestaande. Verdichten gaat hier samen met ontpitten, ontharden, verzachten.

We reiken een robuust klimaatadaptief ontwerp aan dat zich nù reeds wapent tegen veranderingen. Inspelend op het aanwezige reliëf wordt een forse blauwgroene structuur gecreëerd, zowel in het privaat collectieve deel als in het nieuw publieke parkdeel. We voorzien in natuurlijke waterretentie en maken optimaal gebruik van de sponswerking van de bodem. In aanvulling op de goede infiltratiecapaciteit, creëren we door hoogteverschillen voldoende buffercapaciteit om hevige pieken te kunnen opvangen.

We willen een buurt maken waar mensen lang kunnen blijven samenleven en elkaar écht ontmoeten. Dit realiseren we door ons te richten op gemengde woonprofielen, door participatie en co-creatie, door aanpasbaarheid van het ontwerp, door een goede doorwaadbaarheid met voldoende verpozingsplekken en door de integratie van bedrijvigheid. Dit zal zorgen voor minder eenzaamheid, een sterkere verbondenheid en een hoger veiligheidsgevoel.

BUURTONDERSTEUNEND: DE KNOOP

In het hart van de site, vinden we een buurtondersteunende functie.

De Knoop omvat vier ateliers en meet iets groter dan 1.000m²: niet te klein om toch van betekenis te kunnen zijn; niet te groot om overlast te vermijden.

In atelier 1 zien we kansen voor stadslandbouw. In een korte keten kunnen de geteelde groenten lokaal worden geconsumeerd in de horeca (atelier 2) of verkocht in de buurtwinkel (atelier 3).

De consument krijgt verse producten, waarvan de herkomst is gekend. De producent kent zijn afnemers en krijgt een eerlijke prijs. Door de seizoensgroenten minder kilometers te laten afleggen dragen ze samen zorg voor het milieu.

We voorzien in circulaire oplossingen voor wateropvang, verwerking restafval tot compost, recuperatie van meststoffen en robuuste gewassen in slimme polyculturen.

In de strijd tegen klimaatopwarming haalt de stadslandbouw CO² uit de lucht, matigt ze het hitte-eiland-effect en vergoot ze de biodiversiteit.

Het polyvalent atelier met aanliggende buitenruimte (atelier 4) wil niet in concurrentie gaan met het reeds bestaande Open Huis De Porre, maar er een aanvulling op zijn. Het Open Huis kan wel gereserveerd worden door particulieren, verenigingen en bewonersgroepen, maar is in de basis een ontmoetingsplaats voor en door 55+. Het ‘nieuwe’ casco atelier zal invulling krijgen door co-creatie tussen de bewoners-eigenaren. Wij zien deze als een plek waar zij kunnen werken/klussen/creëren/(be)leven zowel privé als professioneel, als overdekte speelplek voor hun kinderen, … maar evenzeer als een plek die door hen kan ter beschikking gesteld worden aan de buurt, aan derden. Het atelier als multifunctioneel verlengstuk bij hun woning met een gezamenlijk beheer.

Bij de verdere uitwerking van de ateliers, willen we zoveel mogelijk een ruwbouw-afbouw aanpak promoten. Dit sluit niet alleen het best aan met de genius loci, maar spaart bovendien massa’s materiaal en financiële middelen.

Door ook de technieken in opbouw te voorzien, blijven ze bereikbaar, aanpasbaar, opsplitsbaar, uitbreidbaar en omkeerbaar.

BIM

Als we vandaag willen bouwen aan morgen, dienen we de bouwsector meer te digitaliseren. Via BIM (Building Information Management) willen een meerwaarde bieden. Door BIM te koppelen aan materiaal- en/of elementenpaspoorten, maken we de  ingezette materialen traceerbaar i.f.v. later hergebruik.

De werkwijze zal nieuwe circulaire businessmodellen een boost geven. We willen de kopers en overige stakeholders niet alleen een duurzaam gebouwen gebouw aanreiken, maar effectief een duurzaam traject nalaten.

 
Vorige
Vorige

(10 jaar) Nieuwe Dokken

Volgende
Volgende

Rommelaere Instituut