Cohousing Gecco

 

Locatie Kamp, Gentbrugge, België

Opdrachtgever Cohousinggroep Gecco, Cohousing Projects, Bostoen

Architectuur Team Kampvuur: maatschap Dhooge & Meganck Architectuur en Denc-Studio

Akoestiek Daidalos-Peutz

Aannemer Bostoen

Opp 3.000 m²

Datum 2015-2022

Status Opgeleverd

Pers

‘Reportage Cohousing Gecco’ (AVS)

‘Waarom cohousing zo duurzaam is’ (Architectura)

‘De meerwaarde van cohousing’ (De Tijd)

‘Cohousing Gecco in De wereld van Sofie’ (Radio 1)

het plan ontwikkelt zich rond de bestaande bomen (foto tijdens de werken David Dhooge)

conceptschets David Dhooge

 

inspiratie klassieke porch

COHOUSING VOOR 28 WONINGEN MET GEMEENSCHAPSHUIS

HET BEGIN

In 2015 werd door de Gentse cohousinggroep Gecco, onder begeleiding van Cohousingprojects, een architectuurwedstrijd uitgeschreven. Na een eerste selectie werd ons team Kampvuur (Dhooge & Meganck architectuur en Denc-Studio) geselecteerd als winnaar.

De site is een verloren en prachtig stuk verwilderd bos in het Gentse, vlakbij de Gentbrugse Meersen en de ondertussen wereldbekende fly-over van de E17. Akoestiek, landschap en privacy zijn dan ook enkele belangrijke factoren die het ontwerp stuurden.

 

CONCEPT

Het masterplan vertrekt in eerste instantie vanuit het aanwezige landschap: de site is een ‹volgeboomd› bos, een amalgaan van waardevolle en minder waardevolle bomen. Door de minst waardevolle bomen te rooien, de waardevolle te houden en op de juiste plaats incisies te maken krijgt de site een noodzakelijke luchtigheid zonder haar oorspronkelijke karakter te verliezen.

Geen open vlakte dus, eerder een bladerdek met open plekken (clair-obscure). Hierin worden clusters van gebouwen geplaatst, die streven naar een maximale compactheid en minimale footprint.

 

VOORONDERZOEK TYPOLOGIE

Verschillende typologieën met betrekking tot cohousing werden uitgebreid onderzocht (cfr. infra) en getoetst aan de vraag van de groep en het aanwezige landschap. Uit deze opties werd een model gedestilleerd dat sterk teruggrijpt naar de centraliteit van een oer-cohousingplan en dat zich zo natuurlijk mogelijk nestelt tussen de bomen.

 

MASTERPLAN

De gebouwen worden zoveel mogelijk gebundeld in functie van compactheid (duurzaamheid-passief) en nauwkeurig verspreid doorheen het bos, met zoveel mogelijk aandacht voor zuidgeoriënteerd buitenruimtes, akoestische bufferruimtes en connectie tot het landschap

en het gemeenschapshuis. Het geheel is integraal doorwaadbaar, kindvriendelijk en natuurlijk vormgegeven, met het grootste respect voor het aanwezige landschap. De ´tussenplek´ als overgang privaat-collectief-publiek.

 

HET BELANG VAN RUIMTELIJKE GRADIËNTEN

Op verschillende schaalniveaus worden ruimtelijke gradiënten ingebracht, zowel op landschappelijk als gebouw-niveau. Deze tussenplekken zijn levensnoodzakelijk en brengen een belangrijke meerwaarde in de beleving. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen architectuur en landschap: het één gaat over in het ander en omgekeerd. De natuur staat voorop en geeft de richting aan.

Elke tussenplek heeft een eigen atmosfeer, een identiteit die zich fysisch vertaalt in de concrete aanleg, de belevingswaarde, de landschappelijke ruimte, tactiliteit en akoestiek. De nabijheid ten opzichte van de eigen woning speelt in op verschillende leeftijdscategorieën: op de porch, dichtbij de woning denken we aan kleine spelende kinderen, waarbij het open landschap in het midden van de site, de bostuin zelf, oudere kinderen en volwassenen ontvangt. Hiertussen in speelt zich een variëteit af van verschillende sferen en plekken, altijd met subtiele overgangen. De natuurlijke ervaring van het geheel staat voorop.

 

DE PORCH ALS VERBINDEND ELEMENT

De porch, een houten overdekt terras, sluit het nauwst aan bij de directe omgeving van de woning en zorgt voor de nodige privacy ten opzichte van het omliggende landschap. Deze structuur is licht en flexibel opgebouwd waardoor veranderingen in de tijd mogelijk zijn. De porches zijn een verbindend element doorheen het masterplan en dienen als ruimtelijke drager voor de architecturale uitwerking. Op die manier krijgt de bewoner nog meer het gevoel ‹te behoren tot een groter geheel›, waarbij de collectiviteit het individu overstijgt.

 

DE SERRES ALS AKOESTISCHE BUFFER EN KANS OP GROTERE BIODIVERSITEIT

Op bepaalde plaatsen, waar de akoestische belasting het grootst is, worden beglaasde wintertuinen voorzien. Deze bufferen zeer efficiënt en budgetvriendelijk de grootste akoestische belasting (cfr. akoestische studie Daidalos) en zorgen voor een semi-buitenklimaat met een eigen fauna en flora. Een meerwaarde voor de biodiversiteit van de site.

DUURZAAM WONEN

Er wordt maximaal ingezet op diversiteit en duurzaamheid. Meer dan ooit zijn alle mensen op zoek naar een thuis, een vorm van geborgenheid, of zoals men in het Frans zegt: ‘rentrer chez soi’. Dit betekent niet alleen letterlijk thuiskomen, maar vooral ‘tot zichzelf komen’. Een woning is daarom boven alles een plaats waar je jezelf kan zijn, al dan niet in het bijzijn van zijn/haar geliefden. Deze basis’luxe’ is helaas in deze tijden niet iedereen gegeven.

We benaderen de opdracht vanuit een sterk humanistisch perspectief en plaatsen de architectuur vooral ten dienste van de mens. We streven niet naar een beoogd architecturaal resultaat. Het proces en de mens staan centraal.

Architectuur eist hier geen pregedefinieerde plaats op maar wil vooral een platform zijn om het leven toe te laten. Zodat mensen het zich eigen kunnen maken, er kunnen in leven, zich in inleven en uitleven. Zonder te streven naar een directe vergelijking, noemt Bob Van Reeth de typische Vlaamse koterij niet voor niks de ‘volksmuziek’ van de Vlaamse architectuur. Net dat maakt het wonen zo persoonlijk en op diverse manieren bijzonder waardevol. Bouwen om het leven toe te laten.

 

BEWONERSPARTICIPATIE

Eigenlijk kan een woongemeenschap worden aanzien als een soort hedendaags model van de oude dorpsgemeenschap. Het fundamentele verschil is echter dat de bewoners nu bewust kunnen kiezen voor deze woonwijze en daarmee een zeker engagement aangaan.

Bewonersparticipatie houdt dan in dat de bewoners zelf kiezen voor een doelgerichte inspraak en actieve deelname in de totstandkoming en instandhouding van de gemeenschappelijke woonomgeving. De participatie tijdens het ontwikkelingsproces zal een belangrijke basis vormen en rol gaan spelen in de eerste stappen naar een “samen”-leving.

 
Vorige
Vorige

Catalogica

Volgende
Volgende

Filature Nouvelle D’Orléans